Je hebt het misschien wel is meegemaakt. Je staat met de auto op een helling en wilt vertrekken. Je laat de koppeling opkomen, trapt het gaspedaal in en denkt te vertrekken.. Maar, helaas de motor slaat af. Desalniettemin probeer je het nog eens. Dat gevoel, dat je eindelijk vertrokken bent, maar dan toch weer stilvalt, dat is typerend voor mijn seizoen. Ik begon het 2e deel van het seizoen in een episch warme Strade Bianche in Italië. Na een rust- en trainingsperiode volgde daarop een kuitenbijter van een NK op de VAM-berg in Drenthe. Vervolgens viel de motor echter weer angstvallig stil. Door een vervelende knie-blessure ben ik niet vertrokken naar de Giro Rosa die op dit moment aan de gang is. Eén ding staat echter vast: de koers is terug!

Toen afgelopen april de kalender van hoop werd uitgebracht, was het moeilijk voor te stellen dat er dit jaar nog gekoerst zou worden. Het was een onzekere verwachting dat de wedstrijden door zouden gaan. Want? Natuurlijk, corona. Maar, hoop doet leven en gaf mij extra motivatie om er in de training voor te gaan. Met de kennis van nu is het tegendeel bewezen; de koers wacht op niemand. In een wereld die op de kop staat kunnen we weer genieten van strijd op het hoogste niveau.
Het lange wachten op koersen stond vooral in het teken van trainen, maar wielrennen is niet hard rijden an sich. In de wedstrijden zien we weer dat techniek en tactiek net zomin belangrijk zijn. De wedstrijden op tv laten dit goed zien. Wanneer ik een massasprint vanaf de bank bekijk, doe ik dat toch wel met samengeknepen billen. Er gebeurt van alles; duwen, smijten, kwakken en kruipen door de kleinste gaatjes. En dan nog is te spreken over al dat ‘onbeschofte’ gedrag van die renners in alle andere etappes: in het heetst van de strijd worden er deals niet nagekome en show gemaakt om de concurrentie te misleiden..
Het is alsof je in de koers van persoon verandert en incheckt in een race modus

Als wielrenner op de fiets voelt dit allemaal heel anders. Er is een beginstreep en een eindstreep en het enige wat telt is wie er als eerste over de finish komt. Daarbinnen is er een soort geoorloofde concurrentiestrijd. Daarbij ben je niet de liefste en mag je ook een bitch zijn. Het is alsof je in de koers van persoon verandert en incheckt in een race modus. Dit heb ik overigens wel moeten leren, want ik hecht veel waarde aan normen en waarden.
Het deed mij denken aan een uitspraak van Hennie Kuijper: ‘Je moet eerst het bordje van een ander leegeten en daarna pas aan je eigen beginnen’. Of te wel, spaar je eigen krachten zo lang mogelijk en laat anderen het vuile werk opknappen. Je zou dat, maar eens doen in de reguliere maatschappij! De corona-crisis leerde ons dat de maatschappij alleen verder kan functioneren als we samenwerken, want alleen samen krijgen we corona onder controle.
De koers is terug en de koers is van iedereen

De gehele wielerwereld werkt hard mee aan een functionerende maatschappij in het corona-tijdperk. Voor de koers dragen we mondkapjes en voeren we alle protocollen uit. Echter, als het mondkapje afgaat, zijn we alles even vergeten en is het gewoon een wedstrijd zoals ‘normaal’.
En dan, wanneer we over de streep gebold zijn landen we als het ware weer in de normen en waarden van de samenleving. De vraag komt wel eens of concurrenten ook vrienden kunnen zijn. Ik geloof en ervaar dat dat kan. Juist, omdat er in het peloton een andere gedragscode geld. Na de koers kan er weer gekletst worden over familie, mode en politiek en is het alsof we nooit elkaar pijn hebben gedaan.
De koers is terug en de koers is van iedereen. De wielerwedstrijden geven alle fans weer hoop in deze onzekere tijden. Voor nu doe ik het even met de koers op tv, maar ik hoop snel weer terug te zijn in de koersbubbel. Ik wil weer graag in mijn alter-ego kruipen en mee doen in het symbolische recht van bestaan.
Foto’s: Jeannekorevaar.nl / Cor Vos